Zaterdagmiddag wandeling en Goed nieuws!

Allereerst mijn excuses.
De afgelopen week ben ik veel te weinig bezig geweest met Mama Krieltje. We hadden mijn schoonmoeder als logee en ik kan mij dan maar moeilijk concentreren. Dat, samen met de nodige onzekerheid van de afgelopen dagen eiste zijn tol een beetje.
En Mama Krieltje was het eerste wat ik leek te vergeten.
Het goede nieuws is dat ik weer terug ben en…
We gaan verhuizen!

Wat ik de afgelopen week wel heb gedaan?
Te weinig foto’s gemaakt, te weinig geschreven en veel te veel nagedacht.
En ik heb nog meer gedaan.


Zaterdagmiddag kreeg ik ineens de drang om te gaan wandelen. 
De zon scheen zo mooi, de lucht was heerlijk blauw en zelfs de kou kon mijn niet storen. Ik wilde naar het park, mooie foto’s schieten en mijn kleine man laten rondrennen. In ons huisje heeft hij niet zo heel veel bewegingsvrijheid, zeker niet met zoveel oplettende ogen op hem gericht. Dus ik deed hem lekker warme kleren aan, pakte mijzelf goed in en besloot de hort op te gaan.

Mijn grote man wilde mee, altijd fijn! 


Niet alleen kan ik enorm genieten van mijn twee mannen samen zien spelen.
Maar op die momenten krijg ik ook de vrijheid om de foto’s te schieten waar je normaal aan voorbij rent, terwijl je achter een kleine dondersteen aansnelt.
Ondanks de kou, of misschien juist daardoor, is het park een mooie plek om tot rust te komen. De wereld is mooi, wanneer er een laagje ijs overheen ligt. Alsof alles op pauze is gezet.
Je ziet momenteel overal planten in knop staan, terwijl de echte winter nu pas om de hoek komt kijken. Het zachte weer van de afgelopen tijd heeft de natuur weer eens flink ondersteboven gezet.
Toch is niet alles tegennatuurlijk momenteel. Je ziet veel besjes en knoppen vol zaden. Het idee dat straks alles kapot vriest is niet leuk, maar dat is de natuur.

Gelukkig zijn de zwarte zwanen in het park niet zo in de war als vorig jaar. Toen liepen zij met jonge zwanen rond deze tijd.
Die arme beesten hebben het nooit gehaald. 
Dit jaar zijn ze slimmer, of het weer was minder heftig.
Hoe het ook zij, dat leed is ze ditmaal gespaard gebleven.

Het park zit vol met vogels, in alle soorten en maten.
De meest brutale vlegels zijn de ganzen. Zij happen het brood uit jouw handen, bijten in jouw jas wanneer het op is en durven zelfs de kinderwagen aan te vallen.

Er schuilt een boswachter in onze kleine man.

Geen stok is veilig voor zijn handen. Hij zeult ermee, alsof zijn leventje er vanaf hangt. Rent de heuveltjes op, af en de paden langs. Alles met dat enorme gevaarte in zijn handen.
Op de foto gaan vindt meneer niet interessant meer, alle foto’s kijkt hij weg.
Toch kan ik het niet laten om foto’s te maken en tot mijn verbazing heeft het ook wel wat. Een foto van zo’n druk mannetje.
De stok is uiteindelijk vakkundig door papa weggegooid. Want in huis is zo’n ding alles behalve handig. Maar in het park gelden die regels niet. Daar veranderd onze kleine man in een avonturier.

En dat mag.
Daar is de buitenlucht voor.

Uiteindelijk, onderweg terug naar huis, vond ik tot mijn grote plezier nog een paddenstoel.
Die dingen zijn echt magisch, in mijn ogen.
Het is ook een mooi gegeven dat iets als een schimmel, zoiets moois kan maken.
Dus ik vond mijzelf weer terug, op mijn knieën in het gras. Zoekend naar een juiste positie om een foto te maken. En ook nog eens een foto waar ik tevreden mee ben.
Mijn eisen zijn misschien te hoog, voor de capaciteiten van mijn camera. Maar ik blijf dromen en niet opgeven.
Met een resultaat waar ik alsnog best tevreden mee ben.

 Het was een geweldige wandeling. 
In alle eerlijkheid moet ik wel toegeven dat tijdens het schrijven van dit blog het nieuws kwam. 
We mogen verhuizen.
Hierdoor ben ik enigszins afgeleid geraakt. Hysterie alom. 
Nu begint het regelen pas, het inpakken van alle spullen en het gereed maken van ons nieuwe huis.
Het is een eengezinswoning, met grote achtertuin en voor het huis een speeltuin voor onze kleine man. Beter hadden we het niet kunnen treffen. 
Alles moet gebeuren.
Verven, nieuwe vloeren, een gasfornuis en tegels voor de achtertuin.
Gelukkig hebben we meubels maar er zijn nog enkele dingen die we missen.
We zullen prioriteiten moeten stellen en enkele dingen worden tot project gestempeld.
Één ding is zeker…
Het wordt nog een heel avontuur, waar we de nodige hulp en steun in kunnen gebruiken.
En dat ook dat goed komt, daar moeten we nu vertrouwen in houden.
Photobucket

Zaterdagmiddag wandeling en Goed nieuws!

Allereerst mijn excuses.
De afgelopen week ben ik veel te weinig bezig geweest met Mama Krieltje. We hadden mijn schoonmoeder als logee en ik kan mij dan maar moeilijk concentreren. Dat, samen met de nodige onzekerheid van de afgelopen dagen eiste zijn tol een beetje.
En Mama Krieltje was het eerste wat ik leek te vergeten.
Het goede nieuws is dat ik weer terug ben en…
We gaan verhuizen!

Wat ik de afgelopen week wel heb gedaan?
Te weinig foto’s gemaakt, te weinig geschreven en veel te veel nagedacht.
En ik heb nog meer gedaan.


Zaterdagmiddag kreeg ik ineens de drang om te gaan wandelen. 
De zon scheen zo mooi, de lucht was heerlijk blauw en zelfs de kou kon mijn niet storen. Ik wilde naar het park, mooie foto’s schieten en mijn kleine man laten rondrennen. In ons huisje heeft hij niet zo heel veel bewegingsvrijheid, zeker niet met zoveel oplettende ogen op hem gericht. Dus ik deed hem lekker warme kleren aan, pakte mijzelf goed in en besloot de hort op te gaan.

Mijn grote man wilde mee, altijd fijn! 


Niet alleen kan ik enorm genieten van mijn twee mannen samen zien spelen.
Maar op die momenten krijg ik ook de vrijheid om de foto’s te schieten waar je normaal aan voorbij rent, terwijl je achter een kleine dondersteen aansnelt.
Ondanks de kou, of misschien juist daardoor, is het park een mooie plek om tot rust te komen. De wereld is mooi, wanneer er een laagje ijs overheen ligt. Alsof alles op pauze is gezet.
Je ziet momenteel overal planten in knop staan, terwijl de echte winter nu pas om de hoek komt kijken. Het zachte weer van de afgelopen tijd heeft de natuur weer eens flink ondersteboven gezet.
Toch is niet alles tegennatuurlijk momenteel. Je ziet veel besjes en knoppen vol zaden. Het idee dat straks alles kapot vriest is niet leuk, maar dat is de natuur.

Gelukkig zijn de zwarte zwanen in het park niet zo in de war als vorig jaar. Toen liepen zij met jonge zwanen rond deze tijd.
Die arme beesten hebben het nooit gehaald. 
Dit jaar zijn ze slimmer, of het weer was minder heftig.
Hoe het ook zij, dat leed is ze ditmaal gespaard gebleven.

Het park zit vol met vogels, in alle soorten en maten.
De meest brutale vlegels zijn de ganzen. Zij happen het brood uit jouw handen, bijten in jouw jas wanneer het op is en durven zelfs de kinderwagen aan te vallen.

Er schuilt een boswachter in onze kleine man.

Geen stok is veilig voor zijn handen. Hij zeult ermee, alsof zijn leventje er vanaf hangt. Rent de heuveltjes op, af en de paden langs. Alles met dat enorme gevaarte in zijn handen.
Op de foto gaan vindt meneer niet interessant meer, alle foto’s kijkt hij weg.
Toch kan ik het niet laten om foto’s te maken en tot mijn verbazing heeft het ook wel wat. Een foto van zo’n druk mannetje.
De stok is uiteindelijk vakkundig door papa weggegooid. Want in huis is zo’n ding alles behalve handig. Maar in het park gelden die regels niet. Daar veranderd onze kleine man in een avonturier.

En dat mag.
Daar is de buitenlucht voor.

Uiteindelijk, onderweg terug naar huis, vond ik tot mijn grote plezier nog een paddenstoel.
Die dingen zijn echt magisch, in mijn ogen.
Het is ook een mooi gegeven dat iets als een schimmel, zoiets moois kan maken.
Dus ik vond mijzelf weer terug, op mijn knieën in het gras. Zoekend naar een juiste positie om een foto te maken. En ook nog eens een foto waar ik tevreden mee ben.
Mijn eisen zijn misschien te hoog, voor de capaciteiten van mijn camera. Maar ik blijf dromen en niet opgeven.
Met een resultaat waar ik alsnog best tevreden mee ben.

 Het was een geweldige wandeling. 
In alle eerlijkheid moet ik wel toegeven dat tijdens het schrijven van dit blog het nieuws kwam. 
We mogen verhuizen.
Hierdoor ben ik enigszins afgeleid geraakt. Hysterie alom. 
Nu begint het regelen pas, het inpakken van alle spullen en het gereed maken van ons nieuwe huis.
Het is een eengezinswoning, met grote achtertuin en voor het huis een speeltuin voor onze kleine man. Beter hadden we het niet kunnen treffen. 
Alles moet gebeuren.
Verven, nieuwe vloeren, een gasfornuis en tegels voor de achtertuin.
Gelukkig hebben we meubels maar er zijn nog enkele dingen die we missen.
We zullen prioriteiten moeten stellen en enkele dingen worden tot project gestempeld.
Één ding is zeker…
Het wordt nog een heel avontuur, waar we de nodige hulp en steun in kunnen gebruiken.
En dat ook dat goed komt, daar moeten we nu vertrouwen in houden.
Photobucket

Kijk eens om je heen…

Had ik het gisteren nog over de vrolijkheid en het genot van komend Kerstfeest. Over het vele eten en de geliefden waarmee we deze dagen mogen vieren. Vanmorgen sprak mijn schoonmoeder over een compleet andere kant van deze dagen. Want terwijl de straten gevuld zijn met mensen die spontaan koopziek lijken, zijn er ook vele mensen die niet eens weten hoe het voelt om een warme maaltijd te kunnen kopen. En het is niet een probleem van enkel de kerstdagen. Maar deze mensen leven iedere dag van het jaar in armoede.
Voor veel mensen worden activiteiten ondernomen. Zo kun je jouw kerstpakket afgeven bij de voedselbank. Of een donatie doen, voor de mensen die met kerst geen luxe kunnen bieden aan hun geliefden. Er zijn organisaties die oproepen eenzame ouderen op te nemen in het gezin en jouw maaltijd mee te delen. Je kunt doneren aan het Leger Des Heils, voor de mensen zonder dak boven hun hoofd. Allemaal stuk voor stuk geweldige initiatieven, die ik enkel kan toejuichen.

Maar toch wil ik meer aandacht vragen.
Er is namelijk iets, waar mijn schoonmoeder mij op attendeerde. Iets waar ik van schrok, omdat ik eigenlijk nooit echt stilgestaan heb bij dit (groeiende) probleem. En dat probleem ligt niet bij de minder bedeelden, maar in onszelf.
Hoe kan het toch dat mensen enkel met kerst denken aan hun medemens?
Hoe kan het toch dat je wel jouw kerstpakket wilt afgeven, maar niet jouw boterham kunt delen?
Waarom zou je met kerst wel bij opa op bezoek gaan, als je hem de rest van het jaar vergeet?
Denken wij mensen nou echt dat die mensen zichzelf wel redden?
Er zijn mensen zonder slaapplek, omdat de instanties die hen hulp bieden overstroomt worden door de vraag naar hulp. Er is geen plaats, geen geld en er zijn te weinig middelen om de hulpvraag te beantwoorden. En wij mensen lijken doofstom, wanneer er gevraagd wordt om hulp. We kunnen massaal geld storten voor stervende kinderen, maar een zwerver op straat die kleingeld vraagt wordt met de nek aangekeken.
Hiermee wil ik overigens niet zeggen dat stervende kinderen minder belangrijk zijn. Ik denk alleen wel dat wij mensen onze oogkleppen mogen verwijderen. Want je blindstaren op de ellende ver weg, maakt de ellende dichtbij niet minder realistisch.

Zelf was ik ook doofstom en ook vandaag ben ik zeker geen heilige.

Door te praten met mensen en ook te luisteren, zijn mijn oogkleppen wel een stukje meer geopend.
Toen ik op kamers kwam te wonen, leerde ik mensen kennen die niet uit een ‘luizenleventje’ waren komen rollen. Voor het eerst in mijn beschermde leven, sprak ik met mensen die de straat kenden. Met mensen uit ‘het leger’ zonder enige militaire ervaring. Ik hoorde verhalen over eenzaamheid, alleen staan in de wereld als jong volwassene. Over een leven zonder bescherming, over eten uit een gaarkeuken, over slapen op een stretcher of onder een brug. En over honger zonder uitzicht op een warme maaltijd of een droge boterham.
Deze mensen waren geen verslaafden of vluchtelingen.
Maar mensen zoals ik.
Het waren mijn leeftijdsgenoten of zelfs nog jonger.
Ineens realiseerde ik mij.
Volwassenen, ouderen, kinderen.
Het kan iedereen overkomen.
Niemand heeft de garantie van een dak boven het hoofd of warme maaltijd.
Je kunt 3 banen hebben en geen warm bed.
Er is geen enkele zekerheid in het leven, omdat alles vergankelijk is. Je kunt door omstandigheden alles verliezen. Zelfs de vrienden waar je jouw kerstdagen misschien mee doorbrengt.
Want de ware aard van mensen zie je pas, wanneer je zelf niets te bieden hebt. 

De Ironie van alles.
We leven in een wereld waar mensen zich meer dan ooit bewust zijn van verlies. We durven niets weg te geven zonder enige vorm van ruilhandel. Het vastgeroest in de manier van denken.
Je wilt vasthouden wat je hebt en enkel delen met mensen die je liefhebt.
Terwijl liefde onbetaalbaar is.
En een glimlach nog altijd gratis.
Mijn vraag is dan ook simpel:
Kijk eens goed om je heen.
Niet alleen binnen jouw veilige kader bestaande uit enkele muren en een plafond.
Maar ook daarbuiten.
Wanneer je tijdens de (kerst)boodschappen een ‘zwerver’ tegenkomt, vraag hem dan of hij iets wil eten.
Koop eens een brood, beleg, pak melk of een kop koffie en geef het weg.
Ga eens een gesprek aan en luister.
Je zult zien dat er meer bestaat, dan enkel wat je kunt zien.
Photobucket

Kijk eens om je heen…

Had ik het gisteren nog over de vrolijkheid en het genot van komend Kerstfeest. Over het vele eten en de geliefden waarmee we deze dagen mogen vieren. Vanmorgen sprak mijn schoonmoeder over een compleet andere kant van deze dagen. Want terwijl de straten gevuld zijn met mensen die spontaan koopziek lijken, zijn er ook vele mensen die niet eens weten hoe het voelt om een warme maaltijd te kunnen kopen. En het is niet een probleem van enkel de kerstdagen. Maar deze mensen leven iedere dag van het jaar in armoede.
Voor veel mensen worden activiteiten ondernomen. Zo kun je jouw kerstpakket afgeven bij de voedselbank. Of een donatie doen, voor de mensen die met kerst geen luxe kunnen bieden aan hun geliefden. Er zijn organisaties die oproepen eenzame ouderen op te nemen in het gezin en jouw maaltijd mee te delen. Je kunt doneren aan het Leger Des Heils, voor de mensen zonder dak boven hun hoofd. Allemaal stuk voor stuk geweldige initiatieven, die ik enkel kan toejuichen.

Maar toch wil ik meer aandacht vragen.
Er is namelijk iets, waar mijn schoonmoeder mij op attendeerde. Iets waar ik van schrok, omdat ik eigenlijk nooit echt stilgestaan heb bij dit (groeiende) probleem. En dat probleem ligt niet bij de minder bedeelden, maar in onszelf.
Hoe kan het toch dat mensen enkel met kerst denken aan hun medemens?
Hoe kan het toch dat je wel jouw kerstpakket wilt afgeven, maar niet jouw boterham kunt delen?
Waarom zou je met kerst wel bij opa op bezoek gaan, als je hem de rest van het jaar vergeet?
Denken wij mensen nou echt dat die mensen zichzelf wel redden?
Er zijn mensen zonder slaapplek, omdat de instanties die hen hulp bieden overstroomt worden door de vraag naar hulp. Er is geen plaats, geen geld en er zijn te weinig middelen om de hulpvraag te beantwoorden. En wij mensen lijken doofstom, wanneer er gevraagd wordt om hulp. We kunnen massaal geld storten voor stervende kinderen, maar een zwerver op straat die kleingeld vraagt wordt met de nek aangekeken.
Hiermee wil ik overigens niet zeggen dat stervende kinderen minder belangrijk zijn. Ik denk alleen wel dat wij mensen onze oogkleppen mogen verwijderen. Want je blindstaren op de ellende ver weg, maakt de ellende dichtbij niet minder realistisch.

Zelf was ik ook doofstom en ook vandaag ben ik zeker geen heilige.

Door te praten met mensen en ook te luisteren, zijn mijn oogkleppen wel een stukje meer geopend.
Toen ik op kamers kwam te wonen, leerde ik mensen kennen die niet uit een ‘luizenleventje’ waren komen rollen. Voor het eerst in mijn beschermde leven, sprak ik met mensen die de straat kenden. Met mensen uit ‘het leger’ zonder enige militaire ervaring. Ik hoorde verhalen over eenzaamheid, alleen staan in de wereld als jong volwassene. Over een leven zonder bescherming, over eten uit een gaarkeuken, over slapen op een stretcher of onder een brug. En over honger zonder uitzicht op een warme maaltijd of een droge boterham.
Deze mensen waren geen verslaafden of vluchtelingen.
Maar mensen zoals ik.
Het waren mijn leeftijdsgenoten of zelfs nog jonger.
Ineens realiseerde ik mij.
Volwassenen, ouderen, kinderen.
Het kan iedereen overkomen.
Niemand heeft de garantie van een dak boven het hoofd of warme maaltijd.
Je kunt 3 banen hebben en geen warm bed.
Er is geen enkele zekerheid in het leven, omdat alles vergankelijk is. Je kunt door omstandigheden alles verliezen. Zelfs de vrienden waar je jouw kerstdagen misschien mee doorbrengt.
Want de ware aard van mensen zie je pas, wanneer je zelf niets te bieden hebt. 

De Ironie van alles.
We leven in een wereld waar mensen zich meer dan ooit bewust zijn van verlies. We durven niets weg te geven zonder enige vorm van ruilhandel. Het vastgeroest in de manier van denken.
Je wilt vasthouden wat je hebt en enkel delen met mensen die je liefhebt.
Terwijl liefde onbetaalbaar is.
En een glimlach nog altijd gratis.
Mijn vraag is dan ook simpel:
Kijk eens goed om je heen.
Niet alleen binnen jouw veilige kader bestaande uit enkele muren en een plafond.
Maar ook daarbuiten.
Wanneer je tijdens de (kerst)boodschappen een ‘zwerver’ tegenkomt, vraag hem dan of hij iets wil eten.
Koop eens een brood, beleg, pak melk of een kop koffie en geef het weg.
Ga eens een gesprek aan en luister.
Je zult zien dat er meer bestaat, dan enkel wat je kunt zien.
Photobucket