![]() |
bron. |
![Photobucket](https://i0.wp.com/i966.photobucket.com/albums/ae145/TroetelNena/1-3_zpscd1c1900.jpg)
Momenteel is het een zooitje, zo hebben wij de woning aanvaard. In alle eerlijkheid moet wel gezegd worden dat ik niet veel verstand heb van tuinen. En in alle vrolijkheid waarmee ik de woning ging bezichtigen, dacht ik niet na over het werk wat er nog kwam kijken bij onze tuin.
Nu de lente eventjes zijn gezicht laat zien wordt onze tuin door allerlei vogels bezocht. Onze buurvrouw heeft haar tuin aan vogels gewijd, met noten kransen en vogelhuisjes. En ik voel het dan meteen kriebelen, want ik wil ook vogelhuisjes en noten kransen. In mijn hoofd probeer ik mijn droomtuin te maken van ons lapje grond. Alleen blijft het de komende jaren bij dromen.
Toen wij hier net woonden kwam er iemand van de woningbouw om met ons te spreken over onze tuin. Daar waren wij al voor gewaarschuwd door de woningbouw. Alleen zeiden zij dat dit gesprek over de noodzaak van het inrichten zou gaan. Tijdens het gesprek bleek echter al snel dat onze lap modder het probleem niet is.
![]() |
Bron |
Mijn droomtuin is echter een tuin vol mooie bloemen en planten.
Ik hou niet zo van dat georganiseerde in de natuur. Krokussen op kleur sorteren en planten. Ik ben het type er niet voor. Geef mij maar klaprozen, paardenbloemen en andere kleurrijke bloemen en planten die ongeorganiseerd de tuin kleuren.
Je kent het idee wel, van zo’n Engelse tuin.
Wanneer je mij mijn gang laat gaan strooi ik zaadjes en bloembollen door onze tuin, zodra deze opgehoogd is en het terras betegeld. Alleen denk ik niet dat mijn vriend hiermee akkoord gaat. Om nog maar te zwijgen over mijn buurvrouw.
Misschien ook maar goed, met mijn kleine man die ook speelruimte nodig heeft. En het zal ook wel behoorlijk wat onderhoudt vragen, zo’n natuurtuin.
Ik vermoed dat mijn vriend de tuin het liefst helemaal vol tegels gooit. Wel zo praktisch. En hoogstwaarschijnlijk mag ik blij zijn wanneer ik in onze toekomstige ingerichte tuin een klein stukje grond krijg om aardbeien te planten.
Maar zo’n Engelse tuin blijft mijn droomtuin.
En ooit zal ook onze tuin vol mooie bloemen staan.
Het zal jullie dan ook niet verbazen dat ik gisteren op mijn derrière in de voortuin zat, omdat ik een krokus had gespot en deze natuurlijk even moest fotograferen. Want zo tussen de tegels en de lelijke houtsnippers had 1 bloem zijn weg gevonden naar het zonlicht.
Dat een mens zo blij kan zijn met 1 bloem.
Jammer dat de winter nog een keer voorbij dreigt te komen de komende dagen.
Hopelijk overleefd onze eenzame krokus dit geweld.
Momenteel is het een zooitje, zo hebben wij de woning aanvaard. In alle eerlijkheid moet wel gezegd worden dat ik niet veel verstand heb van tuinen. En in alle vrolijkheid waarmee ik de woning ging bezichtigen, dacht ik niet na over het werk wat er nog kwam kijken bij onze tuin.
Nu de lente eventjes zijn gezicht laat zien wordt onze tuin door allerlei vogels bezocht. Onze buurvrouw heeft haar tuin aan vogels gewijd, met noten kransen en vogelhuisjes. En ik voel het dan meteen kriebelen, want ik wil ook vogelhuisjes en noten kransen. In mijn hoofd probeer ik mijn droomtuin te maken van ons lapje grond. Alleen blijft het de komende jaren bij dromen.
Toen wij hier net woonden kwam er iemand van de woningbouw om met ons te spreken over onze tuin. Daar waren wij al voor gewaarschuwd door de woningbouw. Alleen zeiden zij dat dit gesprek over de noodzaak van het inrichten zou gaan. Tijdens het gesprek bleek echter al snel dat onze lap modder het probleem niet is.
![]() |
Bron |
Mijn droomtuin is echter een tuin vol mooie bloemen en planten.
Ik hou niet zo van dat georganiseerde in de natuur. Krokussen op kleur sorteren en planten. Ik ben het type er niet voor. Geef mij maar klaprozen, paardenbloemen en andere kleurrijke bloemen en planten die ongeorganiseerd de tuin kleuren.
Je kent het idee wel, van zo’n Engelse tuin.
Wanneer je mij mijn gang laat gaan strooi ik zaadjes en bloembollen door onze tuin, zodra deze opgehoogd is en het terras betegeld. Alleen denk ik niet dat mijn vriend hiermee akkoord gaat. Om nog maar te zwijgen over mijn buurvrouw.
Misschien ook maar goed, met mijn kleine man die ook speelruimte nodig heeft. En het zal ook wel behoorlijk wat onderhoudt vragen, zo’n natuurtuin.
Ik vermoed dat mijn vriend de tuin het liefst helemaal vol tegels gooit. Wel zo praktisch. En hoogstwaarschijnlijk mag ik blij zijn wanneer ik in onze toekomstige ingerichte tuin een klein stukje grond krijg om aardbeien te planten.
Maar zo’n Engelse tuin blijft mijn droomtuin.
En ooit zal ook onze tuin vol mooie bloemen staan.
Het zal jullie dan ook niet verbazen dat ik gisteren op mijn derrière in de voortuin zat, omdat ik een krokus had gespot en deze natuurlijk even moest fotograferen. Want zo tussen de tegels en de lelijke houtsnippers had 1 bloem zijn weg gevonden naar het zonlicht.
Dat een mens zo blij kan zijn met 1 bloem.
Jammer dat de winter nog een keer voorbij dreigt te komen de komende dagen.
Hopelijk overleefd onze eenzame krokus dit geweld.
Ozz is geboren in een witte wereld.
Ieder jaar opnieuw verstop ik Ozz in de wagen, dik ingepakt als een soort Michelin mannetje. We trekken er op uit om de wereld te bekijken, op zijn mooist. Want hoewel ik een enorme liefhebber ben van de lente, kan zelfs de natuur in al zijn schoonheid niet op tegen de witte magie van een dik pak sneeuw.
Vandaag was Ozz zijn eerste kennismaking met sneeuw. Vorig jaar was hij nog te klein om zelf rond te rennen. Maar vandaag durfde ik het aan. Ik kreeg overigens weinig keus, met zijn gedram om eruit te mogen. We liepen eerst naar de ganzen, om het overgebleven brood van het weekend af te geven. Om vervolgens terug te lopen naar het grasveld, waar ik hem rustig kan laten rondrennen.
Geen water, geen hekjes, geen planten. Gewoon gras, verstopt onder een dikke onaangetaste deken sneeuw.
Om ons heen waren kinderen in tranen, omdat ze koude handen en voeten kregen van de sneeuw. Dus toen ik de riempjes van de wagen losmaakte, verwachte ik eigenlijk dat ook Ozz binnen no time intens ongelukkig aan mijn benen zou hangen.
Het moment dat zijn schoenen de sneeuw raakten, rende hij bij mij vandaan. Een enorme tekening makend in de sneeuw. Hij greep een stok, liep overal en keek naar de voetstappen die hij achterliet. Zelfs een valpartij mocht de pret niet drukken. Hij wilde meer, lopen, voelen en rondrennen. Zelfs de vraag of hij terug naar papa wilde werd beantwoord met een stellige: NEE!
Ik kreeg een stok tegen mijn hoofd, een schop tegen mijn schenen, een gillend, krijsend en huilend kind.
Maar ik wilde naar huis en mama’s wil is wet. Na bijna 1,5 uur in de sneeuw, was ik het wel weer een beetje zat. Ik had het koud, verlangde naar een kop koffie en de warme kachel.
Ozz niet, Ozz wilde niet meer in de wagen.
Uiteindelijk is het mij wel gelukt, met behulp van het enorm handige stuurtje dat in mijn Maxi Cosi Mura wagen klikt. Geen kind werkt zich uit een wagen met een stok tussen de benen.
Ozz is geboren in een witte wereld.
Ieder jaar opnieuw verstop ik Ozz in de wagen, dik ingepakt als een soort Michelin mannetje. We trekken er op uit om de wereld te bekijken, op zijn mooist. Want hoewel ik een enorme liefhebber ben van de lente, kan zelfs de natuur in al zijn schoonheid niet op tegen de witte magie van een dik pak sneeuw.
Vandaag was Ozz zijn eerste kennismaking met sneeuw. Vorig jaar was hij nog te klein om zelf rond te rennen. Maar vandaag durfde ik het aan. Ik kreeg overigens weinig keus, met zijn gedram om eruit te mogen. We liepen eerst naar de ganzen, om het overgebleven brood van het weekend af te geven. Om vervolgens terug te lopen naar het grasveld, waar ik hem rustig kan laten rondrennen.
Geen water, geen hekjes, geen planten. Gewoon gras, verstopt onder een dikke onaangetaste deken sneeuw.
Om ons heen waren kinderen in tranen, omdat ze koude handen en voeten kregen van de sneeuw. Dus toen ik de riempjes van de wagen losmaakte, verwachte ik eigenlijk dat ook Ozz binnen no time intens ongelukkig aan mijn benen zou hangen.
Het moment dat zijn schoenen de sneeuw raakten, rende hij bij mij vandaan. Een enorme tekening makend in de sneeuw. Hij greep een stok, liep overal en keek naar de voetstappen die hij achterliet. Zelfs een valpartij mocht de pret niet drukken. Hij wilde meer, lopen, voelen en rondrennen. Zelfs de vraag of hij terug naar papa wilde werd beantwoord met een stellige: NEE!
Ik kreeg een stok tegen mijn hoofd, een schop tegen mijn schenen, een gillend, krijsend en huilend kind.
Maar ik wilde naar huis en mama’s wil is wet. Na bijna 1,5 uur in de sneeuw, was ik het wel weer een beetje zat. Ik had het koud, verlangde naar een kop koffie en de warme kachel.
Ozz niet, Ozz wilde niet meer in de wagen.
Uiteindelijk is het mij wel gelukt, met behulp van het enorm handige stuurtje dat in mijn Maxi Cosi Mura wagen klikt. Geen kind werkt zich uit een wagen met een stok tussen de benen.
Zaterdagmiddag kreeg ik ineens de drang om te gaan wandelen.
De zon scheen zo mooi, de lucht was heerlijk blauw en zelfs de kou kon mijn niet storen. Ik wilde naar het park, mooie foto’s schieten en mijn kleine man laten rondrennen. In ons huisje heeft hij niet zo heel veel bewegingsvrijheid, zeker niet met zoveel oplettende ogen op hem gericht. Dus ik deed hem lekker warme kleren aan, pakte mijzelf goed in en besloot de hort op te gaan.
Niet alleen kan ik enorm genieten van mijn twee mannen samen zien spelen.
Maar op die momenten krijg ik ook de vrijheid om de foto’s te schieten waar je normaal aan voorbij rent, terwijl je achter een kleine dondersteen aansnelt.
Ondanks de kou, of misschien juist daardoor, is het park een mooie plek om tot rust te komen. De wereld is mooi, wanneer er een laagje ijs overheen ligt. Alsof alles op pauze is gezet.
Je ziet momenteel overal planten in knop staan, terwijl de echte winter nu pas om de hoek komt kijken. Het zachte weer van de afgelopen tijd heeft de natuur weer eens flink ondersteboven gezet.
Toch is niet alles tegennatuurlijk momenteel. Je ziet veel besjes en knoppen vol zaden. Het idee dat straks alles kapot vriest is niet leuk, maar dat is de natuur.
Gelukkig zijn de zwarte zwanen in het park niet zo in de war als vorig jaar. Toen liepen zij met jonge zwanen rond deze tijd.
Die arme beesten hebben het nooit gehaald.
Dit jaar zijn ze slimmer, of het weer was minder heftig.
Hoe het ook zij, dat leed is ze ditmaal gespaard gebleven.
Het park zit vol met vogels, in alle soorten en maten.
De meest brutale vlegels zijn de ganzen. Zij happen het brood uit jouw handen, bijten in jouw jas wanneer het op is en durven zelfs de kinderwagen aan te vallen.
Geen stok is veilig voor zijn handen. Hij zeult ermee, alsof zijn leventje er vanaf hangt. Rent de heuveltjes op, af en de paden langs. Alles met dat enorme gevaarte in zijn handen.
Op de foto gaan vindt meneer niet interessant meer, alle foto’s kijkt hij weg.
Toch kan ik het niet laten om foto’s te maken en tot mijn verbazing heeft het ook wel wat. Een foto van zo’n druk mannetje.
De stok is uiteindelijk vakkundig door papa weggegooid. Want in huis is zo’n ding alles behalve handig. Maar in het park gelden die regels niet. Daar veranderd onze kleine man in een avonturier.
Uiteindelijk, onderweg terug naar huis, vond ik tot mijn grote plezier nog een paddenstoel.
Die dingen zijn echt magisch, in mijn ogen.
Het is ook een mooi gegeven dat iets als een schimmel, zoiets moois kan maken.
Dus ik vond mijzelf weer terug, op mijn knieën in het gras. Zoekend naar een juiste positie om een foto te maken. En ook nog eens een foto waar ik tevreden mee ben.
Mijn eisen zijn misschien te hoog, voor de capaciteiten van mijn camera. Maar ik blijf dromen en niet opgeven.
Met een resultaat waar ik alsnog best tevreden mee ben.
Zaterdagmiddag kreeg ik ineens de drang om te gaan wandelen.
De zon scheen zo mooi, de lucht was heerlijk blauw en zelfs de kou kon mijn niet storen. Ik wilde naar het park, mooie foto’s schieten en mijn kleine man laten rondrennen. In ons huisje heeft hij niet zo heel veel bewegingsvrijheid, zeker niet met zoveel oplettende ogen op hem gericht. Dus ik deed hem lekker warme kleren aan, pakte mijzelf goed in en besloot de hort op te gaan.
Niet alleen kan ik enorm genieten van mijn twee mannen samen zien spelen.
Maar op die momenten krijg ik ook de vrijheid om de foto’s te schieten waar je normaal aan voorbij rent, terwijl je achter een kleine dondersteen aansnelt.
Ondanks de kou, of misschien juist daardoor, is het park een mooie plek om tot rust te komen. De wereld is mooi, wanneer er een laagje ijs overheen ligt. Alsof alles op pauze is gezet.
Je ziet momenteel overal planten in knop staan, terwijl de echte winter nu pas om de hoek komt kijken. Het zachte weer van de afgelopen tijd heeft de natuur weer eens flink ondersteboven gezet.
Toch is niet alles tegennatuurlijk momenteel. Je ziet veel besjes en knoppen vol zaden. Het idee dat straks alles kapot vriest is niet leuk, maar dat is de natuur.
Gelukkig zijn de zwarte zwanen in het park niet zo in de war als vorig jaar. Toen liepen zij met jonge zwanen rond deze tijd.
Die arme beesten hebben het nooit gehaald.
Dit jaar zijn ze slimmer, of het weer was minder heftig.
Hoe het ook zij, dat leed is ze ditmaal gespaard gebleven.
Het park zit vol met vogels, in alle soorten en maten.
De meest brutale vlegels zijn de ganzen. Zij happen het brood uit jouw handen, bijten in jouw jas wanneer het op is en durven zelfs de kinderwagen aan te vallen.
Geen stok is veilig voor zijn handen. Hij zeult ermee, alsof zijn leventje er vanaf hangt. Rent de heuveltjes op, af en de paden langs. Alles met dat enorme gevaarte in zijn handen.
Op de foto gaan vindt meneer niet interessant meer, alle foto’s kijkt hij weg.
Toch kan ik het niet laten om foto’s te maken en tot mijn verbazing heeft het ook wel wat. Een foto van zo’n druk mannetje.
De stok is uiteindelijk vakkundig door papa weggegooid. Want in huis is zo’n ding alles behalve handig. Maar in het park gelden die regels niet. Daar veranderd onze kleine man in een avonturier.
Uiteindelijk, onderweg terug naar huis, vond ik tot mijn grote plezier nog een paddenstoel.
Die dingen zijn echt magisch, in mijn ogen.
Het is ook een mooi gegeven dat iets als een schimmel, zoiets moois kan maken.
Dus ik vond mijzelf weer terug, op mijn knieën in het gras. Zoekend naar een juiste positie om een foto te maken. En ook nog eens een foto waar ik tevreden mee ben.
Mijn eisen zijn misschien te hoog, voor de capaciteiten van mijn camera. Maar ik blijf dromen en niet opgeven.
Met een resultaat waar ik alsnog best tevreden mee ben.